Tot en met 7 februari 2016 is in het Haags Gemeentemuseum Ode aan de Nederlandse mode te zien. Met 100 creaties van 1900 tot 2015. Nog nooit eerder is er in Nederland zo’n groot overzicht van de Nederlandse modegeschiedenis gepresenteerd. Met klinkende namen als Viktor & Rolf, Iris van Herpen en Jan Taminiau. Nederlandse ontwerpers die ons land internationaal duidelijk op de kaart hebben gezet als eigenzinnig modeland.
Wie kent niet de oogverblindende blauwe creatie van Jan Taminiau, waarin koningin Máxima was gehuld tijdens de kroningsceremonie? Of de vaak extravagante ontwerpen van Viktor & Rolf? Nederland kent enorm veel creativiteit, die in het buitenland ook zeker wordt opgemerkt. Het Gemeentemuseum Den Haag brengt met deze collectie een ode aan de ontwerpers en laat zien hoe de mode zich in ons land vanaf 1900 heeft ontwikkeld.
Volgen van internationale trends
De Nederlandse elite liet zich in de zeventiende eeuw eensgezind portretteren in deftig zwart. Kijk je echter wat beter, dan zie je meer dan vijftig tinten zwart; van ‘kraaienzwart’ tot ‘koolzwart’ en ‘glanzend zwart’. Nederland volgde van de zeventiende tot in de twintigste eeuw het internationale modebeeld, soms aangepast aan de eigen smaak. In de achttiende eeuw zie je in ons land bijvoorbeeld veel blauwe zijde, terwijl men in Frankrijk koos voor fellere kleuren als smaragdgroen of citroengeel. In de negentiende eeuw neemt het modebewustzijn toe. Internationale modetrends worden gevolgd en de komst van het luxe Brusselse warenhuis Hirsch draagt eraan bij dat aan het eind van de eeuw een ware luxe-industrie ontstaat.
Eigenzinnig ontwerp
De eerste modeontwerpers die in Nederland onder eigen naam opereren, zoals in de jaren 20 Joan Praetorius, volgen nog lange tijd de Parijse couture. De ontwerpen van Praetorius worden geroemd om de ‘schoone lijn’, maar ook om de ‘Hollandsche eenvoud en degelijkheid’. Na de Tweede Wereldoorlog komt een generatie Nederlandse ontwerpers op met ontwerpers als Max Heymans, Dick Holthaus, Frans Molenaar, Fong Leng en Frank Govers. In de jaren 60 maken zij zich los van Parijs en ontwikkelen hun eigen signatuur met veel zwart-wit, oog voor lijn en vorm, maar ook explosies van kleur en eigenzinnigheid. Het modeonderwijs in Nederland, met name in Arnhem, is vervolgens sterk gericht op concept. Dit resulteert in tal van creatieve ontwerpers, die conceptuele Nederlandse mode in de jaren 90 internationaal op de kaart zetten.
Jaarlijks grote modetentoonstelling
Bijna tien jaar geleden presenteerde het Gemeentemuseum de tentoonstelling Fashion NLover de jonge ontwerpers van dat moment. Sindsdien krijgt mode elk jaar een belangrijke plek in het tentoonstellingsprogramma. “Het Gemeentemuseum Den Haag heeft een lange traditie als het gaat om het presenteren van mode, met een duidelijk accent op de Nederlandse mode”, licht directeur Benno Tempel toe. “Frans Molenaar kreeg in de jaren 80 bijvoorbeeld al een eigen tentoonstelling. Maar we werken ook veel samen met de grote, buitenlandse modehuizen. In het begin kostte dat nog wel eens moeite, maar tegenwoordig weten ze ons te vinden en kennen ze ons. Wij onderkennen het belang van mode en dat zie je in ons tentoonstellingsbeleid.”
Toegang: € 13,50 p.p. Met Museumjaarkaart en tot en met 18 jaar gratis toegankelijk. Kijk voor meer informatie en andere tarieven op www.gemeentemuseum.nl